Bye bye Bolivia
- floorbr
- 5 dec 2014
- 3 minuten om te lezen
Tijd om afscheid te nemen van Bolivia: het land van de bolhoedjes, de zoutvlaktes en de flamingomeren. Helaas voor ons ook van het beruchte 'reisdipje'. Niemand die het op Facebook van de daken schreeuwt, maar elke backpacker krijgt ermee te maken. Geen paniek, gaat vanzelf over.

Ons dipje begon natuurlijk met een goede reden. Twee weken lang dizzy van de Denque door de straten van Sucre sjokken is nauwelijks bevorderlijk voor het goede humeur. Maar zelfs nadat David zich door een aantal online experts weer helemaal genezen (en zelfs voor het komende half jaar immuun) had laten verklaren en we er weer vol goede moed op uit waren getrokken, leek er iets van ons gebruikelijke enthousiasme (alles is FANTASTICH!) te missen. Ja, Tupiza was prachtig en de Uyuni-tour was betoverend, maar als je de noodzaak voelt om te klagen over een āteveel flamingoāsā dan weet je dat er iets aan de hand is⦠Alle symtomen wezen erop: we waren ons 'mojo' even kwijt.
Want heus, Potosi was een allercharmanst stadje

Het eten was lekker

Onze Ierse kroegmaatjes waren class

En er was zelfs een doos vol kittens

Ook La Paz had genoeg te bieden

Zoals kabelbanen (met leuke Belgen)

Uitzichtpunten

Markten

En ijsjes die 'Pilfrut' en 'Frutss' heten

En toch. En toch... We leken er maar niet echt enthousiast van te kunnen worden. Misschien had het iets te maken met de hoogte. Misschien met de kou. Of misschien met het slechte humeur van de dienstverlenende Bolivianen (afgesnauwd worden door de ober van het ontbijtbuffet geeft een heel nieuwe schwung aan het begrip 'service'). Tja, misschien. Maar waarschijnlijk was er een veel simpeler verklaring: we waren gewoon in het onder backpackers beruchte 'reisdipje' beland.
Niets bijzonders, vrijwel iedere reiziger krijgt er vroeg of laat mee te maken. Al zou je dat misschien niet zeggen, aangezien alle reizigers een stilzwijgende eed hebben gezworen om naar de buitenwereld toe de mythe in stand te houden dat iedere dag op reis een wonderlijk feest is, gedrenkt in adrenaline, naastenliefde en levenslust. Leuk beeld natuurlijk, maar het is nu eenmaal onmogelijk om zes maanden lang hyper van enthousiasme door de wereld te dartelen en elke dag te koesteren alsof het je laatste is. Gelukkig wel. Een mens zou er nog doodongelukkig van worden...
Gewoon omarmen dus zo'n dipje. Lekker veel klagen tegen andere reizigers, doelloos rondhangen, vette hamburgers eten en series kijken in bed.

Dat helpt. Een beetje. Maar weet je wat pas echt goed helpt?
Jezelf een schop onder de kont geven en op de bus springen naar Lake Titicaca.

De frisse lucht opsnuiven terwijl je je vergaapt aan de eindeloze blauwe vlakte.

Voor het eerst in maanden weer echt goede koffie drinken.

Met ezels spelen (don't ask - Floor heeft een lichte obsessie...)


Picknicken bij een Inca-ruĆÆne

Met fantastische mensen een fles wijn en een zonsondergang delen

Misschien kwam het door de betoverende schoonheid van het meer en van het eiland. Misschien kwam het door de geweldige mensen die we spontaan tegen het lijf liepen daar bij die Inca ruïne. Of door het magische moment van samen die zonsondergang meemaken, terwijl één van de Franse meisjes een fles rode wijn uit haar tas tevoorschijn tovert. Hoe het ook zij, de volgende ochtend, wakker wordend op Isla del Sol (de plek waar volgens de Inca's de zon geboren werd) voelde we ons alsof we de hele wereld weer aankonden. Om vijf uur opgestaan om in de knisperende ochtend het eiland wakker te zien worden. Vier uur wandelen zonder een sterveling tegen te komen. Ontbijten met uitzicht over de baai. Maar bovenal het gevoel dat we weer weten waar we echt enthousiast van worden: geen georganiseerde tours, niet het rondhangen in een vervuilde stad, maar gewoon met z'n tweetjes op pad, op eigen houtje onze weg zoeken, wat eten maken voor onderweg, rugzakje op en gaan.
Geloof ons maar, daar is geen dipje tegen bestand...

See you in Peru!

Comments