Dengue voor Dummies
- floorbr
- 29 okt 2014
- 6 minuten om te lezen
Wat is een wereldreis zonder gevaarlijke tropische ziekte? Niks aan natuurlijk. Dus besloot Dop eens lekker het lokale killervirus op te lopen. Spoedeisende Hulp in het Portugees? Spreekuur in het Spaans? Boliviaans bloedprikken? Daar weten wij inmiddels alles van...

Het begon allemaal in zonnig Sao Paulo waar we na een krankzinnige reis van ongeveer 40 uur (van Myanmar naar Thailand naar Dubai naar Brazilië…) waren aangekomen en twee dagen zouden blijven alvorens we verder zouden vliegen naar Bolivia. De knoeperd van een jet lag mocht de pret niet drukken, want de lucht was blauw, de zon scheen en overal lachten welgevormde billen in strakke leggings ons toe. Oh yeah. Het hoofdstuk Zuid-Amerika was begonnen.

Er leek aanvankelijk geen vuiltje aan de lucht: lekker slenteren, rondkijken, ijsjes eten.

Rondneuzen bij hippe underground kunstexposities.

En toen kreeg Dop ineens verhoging. En stampende koppijn. Misschien toch niet helemaal lekker van de jetlag? 40 uur vliegen gaat een mens ook niet in de koude kleren zitten, zo dachten wij. Dus Dop een beetje uitrusten en Flop een beetje bloggen, niets aan de hand. Totdat de vriendelijke jongeman van het hostel Floor vriendelijk doch dringend op de schouder tikte en zei: ‘ Uhm miss, I’don’t think your boyfriend feels all that well’. En inderdaad, David bleek totaal gevloerd op bank van de gemeenschappelijke huiskamer te liggen: lijkbleek en zwetend als een ottertje. Dus: hup in bed, paracetamol erin, ventilator erbij, natte doekjes erop en slapen geblazen.
Maar de volgende dag voelde Dop zich niet beter: meer hoofdpijn, fikse spierpijn, druk achter de ogen en meer koorts. Nu is koorts op zich geen zeldzaam alarmerend verschijnsel, maar lieten wij nou net ruim twee maanden onbeschermd door Malaria-gebied hebben gereisd. En de gouden regel na terugkomst uit een risicogebied luidt: bij koorts meteen een arts raadplegen. Op naar het ziekenhuis dan maar, gewapend met een A4tje met daarop het hele verhaal in het Portugees. Het werd een mooi ritueel: wij papiertje geven, zuster wijzen naar andere balie. Wij weer papiertje geven, zij weer wijzen naar een andere balie. Wij geven, zij wijzen, tot we eindelijk aankwamen bij het Emilio Ribas-instituut, gespecialiseerd in infectiezieken, waar een vriendelijke Engelssprekende arts ons na drie uur de uitslag van de malaria test gaf. Die luidde: 'we kunnen het niet met zekerheid zeggen'. Oké. Bedankt.

Ze kon ons geen uitsluitsel geven (iets met een te laag gehalte aan het relevante stofje in Dop’s bloed). Ze adviseerde ons nog een dagje in Sao Paulo te blijven. Als de koorts verder zou stijgen, moesten we terugkomen voor een nieuwe test. Als de koorts zou zakken, kon dat worden opgevat als een teken dat er geen Malaria in het spel was en hoefden ook we niet terug te komen. Omdat we eigenlijk diezelfde middag al naar Bolivia zouden vliegen, belde deze heldin van een arts hoogstpersoonlijk de vliegtuigmaatschappij om te regelen dat onze vlucht kosteloos kon worden omgeboekt wegens een medisch noodgeval.
De volgende dag bleek de koorts gezakt - hoera - en dus sprongen wij gerustgesteld in het vliegtuig naar Bolivia. Maar die avond kwam de koorts weer terug... Dit keer gepaard met een rode huiduitslag over David’s hele bovenlijf. De paniekerige Google-sessie die volgde deed ons het ergste vermoeden en de uitslag van een nieuwe bloedtest bevestigde onze vrees: Dop had Dengue.

Voor degenen die niet bekend zijn met de ziekte: Dengue - ook wel bekend als knokkerkoorts of breakbone fever vanwege de spier- en gewrichtspijnen - is een gevaarlijk tropische virus dat door muggen wordt overgebracht. Het verloop van Dengue kan varieren van heftige griepachtige verschijnselen tot ernstige complicaties zoals interne bloedingen zelfs een fatale afloop. Er bestaat geen vaccin of behandeling tegen Dengue, dus het enige wat iemand die besmet is met Dengue kan doen, is uitzieken en hopen op een goede afloop. Niet echt nieuws dat je wilt krijgen als je aan de andere kant van de wereld zit in een land waar je de taal nauwelijks spreekt. Zeker niet omdat Floor's nichtje ooit een ernstige vorm van Dengue had opgelopen en we ons dus maar al te goed bewust waren van de risico's. Gelukkig voelde Dop zich ten tijde van de uitslag al stukken beter, wat er voor zorgde dat we op momenten zelfs de humor van de bizarre situatie konden inzien.
Bijvoorbeeld toen Dop bij het ophalen van de testuitslag in een shabby laberatorium een dichtgeniet papiertje in zijn knuistje gedrukt kreeg, waar aan de binnenkant vrijwel niets op bleek te staan, behalve in koeienletters het woord 'POSITIVO'. Toen we opkeken om de zuster om tekst en uitleg te vragen was ze nergens meer te bekenen. Dus hebben we met dat papiertje maar een arts op gezocht, die ons met behulp van Google Translate wist te vertellen: tja, niets aan te doen, uitzieken, water drinken, paracetamol nemen. En vooral: niet meer geprikt worden, want iemand die een tweede keer besmet raakt met het virus loopt een verhoogde kans om de gevaarlijke en mogelijk fatale vorm van de ziekte te ontwikkelen.
Juist ja. Dat kon nog wel eens een probleem worden, want ons plan is om de komende drie maanden door Bolivia, Peru en Colombia te reizen, alledrie landen waar Dengue heerst. Hoe we dat precies gaan aanpakken - en of we ons reisschema aan moeten passen - weten we nog niet. Hier in Sucre op de Boliviaanse altiplano (2500 tot 4500 meter) is vanwege de ijle lucht gelukkig geen mug te bekennen. Dus eerst maar eens zorgen dat Dop zich weer beter voelt. En, eerlijk is eerlijk, daarvoor hadden we een heel wat beroerdere plaats uit kunnen kiezen dan het rustige Sucre, ofwel The White City.

Want geen betere manier om uit te zieken dan twee weken chillen in een idyllisch Bed & Breakfast.




Veel groente en fruit eten.

En véél van Sucre's beroemde chocolade...


Maar we waren natuurlijk niet alleen naar Sucre gekomen om een beetje rond te hangen. Er moest ook gewerkt worden. Want Spaans leer je niet vanzelf. In elk geval niet zo snel als wij graag zouden willen. Dus boekten we Spaanse lessen bij Sucre Spanisch School. Hoppa: acht dagen lang iedere dag 4 uur achter elkaar privéles.


David van leraar Juan en Floor van lerares Mauge.

We herhalen nog maar een keer: vier uur achter elkaar privéles. Geloof ons: dat is leuk, dat is ontzettend leerzaam, maar daar wordt je vooral ook héél erg moe van. Zo kwam het dus dat we iedere middag volledig brain fried de school uit strompelden, zwijgend onze favoriete lunch bestelden bij Condor Café om vervolgens op bed te vallen en te slapen tot het avondeten. Sucre's attracties, musea en befaamde nachtleven ten spijt, wij hebben gedurende twee weken vooral de binnenkant van ons eigen fijne kamertje gezien. Af en toe een rondje op de markt, af en toe een avondje uit. En dan vonden we het wel weer best.

Kortom: het waren twee rustige leerzame weken, maar geen weken die bruisten van energie en ondernemingslust. MIsschien kwam het door de hoogte (toch ruim 2700 meter) waardoor we af en toe wat weinig energie hadden. Of door ons strenge studieregime. Of toch door de domperige stempel die de ziekte van Dop op ons verblijf had gedrukt. Het kwam er in elk geval op neer dat Sucre, hoe bejubeld en geliefd ook bij zowel reizigers als locals, ons hart niet helemaal wist te veroveren. De magische klik met de stad ontbrak en de pech leek het tijdens onze tijd in Sucre onverbiddelijk op ons gemunt te hebben. Eerst Dengue, dan Floor die het nodig vindt om naast haar smartphone ook haar cameraatje te verliezen. En last but not least, Dop die na 20 minuutjes in een knisperend koel middagzonnetje verbrandt tot de blaren erop sprongen en de vellen erbij hingen....


Het universum leek ons een hint te willen geven: het is tijd om te gaan. Gelukkig is Dop inmiddels weer de oude, dus tijd om de Dengue en de pech achter ons te laten, om de tassen weer op de rug te slingeren, een bus te pakken en het onbekende tegemoet te rijden. Eerste bestemming: de oude zilverhoofdstad Potosí, daarna naar het decor van Butch Cassidy and the Sundance Kid: het zuidelijke stadje Tupiza. En vanuit daar een vierdaagse tour naar de grootste zoutvlakte ter wereld: de betoverende Salar de Uyuni. Gewapend met cocabladeren voor de hoogte (4500 meter!) en alpaca-truien voor de kou.
Bring it on, Bolivia. Wij zijn er klaar voor.

Comentarios