Op avontuur!
- floorbr
- 29 jul 2014
- 3 minuten om te lezen
Nee, dat zijn wij niet. Maaaar, het duurt niet lang meer voor we hopelijk zelf zo'n mooi plaatje kunnen schieten. Want morgen vertrekken we naar het noorden van Mongolië voor een paardentrek rond Khovskol Lake. Nou is dat op zich niet zo bijzonder, want er gaan talloze georganiseerde tours naar dat gebied. Het spannende is juist dat we niet met zo’n georganiseerde tour mee gaan, maar met een eigen reisgezelschap de Mongoolse wildernis in trekken.
Gewapend met tenten, slaapzakken, kampeergerei, eten voor op z'n minst een week én vier Israëliërs reizen we morgenmiddag af van de hoofdstad naar het noorden om samen aan een groot Mongools avontuur te beginnen. Een avontuur dat er ongeveer zo uit moet gaan zien:
Eerst een reis van 15 uur van de hoofdstad Ulaanbataar naar het noordelijke Mörön met een locale bus, een ervaring die door reizigers ook wel 'the bus ride from hell' wordt genoemd (iets met het gebrek aan verharde wegen). Daarna een trip van zeven uur in een Russisch busje. Gevolgd door een paardentrek van een paar dagen naar de rendiernomaden van het inmiddels bijna verdwenen Tsaataan-volk. Dat zijn deze mooie mensen:
Tijdens de tocht zullen we ofwel bij nomaden in hun tent (de bekende Ger) slapen ofwel zelf ergens kamp opslaan. Vooral het idee dat we straks in niet meer dan een tentje onder de Mongoolse sterrenhemel zullen slapen, alleen omringd door adembenemende natuur, vervult ons nu al met opwinding.
Hoe we in godsnaam op dit onzalige idee zijn gekomen? Een deel van de schuld voor dit woeste plan kunnen we afschuiven op onze Hollandse inslag, waardoor we zo’n georganiseerde tour natuurlijk véél te duur vinden. Maar belangrijker nog was dat we geen onderdeel wilden zijn van een van dag tot dag vastgelegd programma, waarin voor iedere groep toeristen hetzelfde lijstje wordt afgevinkt ('en straks na het schapenscheren hebben jullie tien minuten de tijd om traditionele Yak-melk te drinken..’).
Dus toen we in ons hostel in gesprek raakten met een Israëlisch stel (Barack en Tamar) en twee Israëlische jongens (Noam en Omer) die – net als wij – graag richting het noorden willen afreizen, was het plan om samen een reisgezelschap te vormen snel gesmeed. Door met de goedkope locale bus naar het noorden af te reizen, zelf eten mee te nemen en alles door zes te kunnen delen, besparen we niet alleen geld, maar de mogelijkheid om overal een eigen tentje te kunnen opzetten, geeft ons bovendien veel meer vrijheid.

Voor de degenen bij wie zich meteen allerlei verontrustende visioenen opdringen: Mongolië wordt beschouwd als een ideaal land om te kamperen. Bovendien hebben onze vrienden tijdens hun diensttijd allemaal een lijvige survivaltraining genoten, dus met dat kampvuurtje moet het ook wel goedkomen.
Maar ach, met vier Israëli schuilt de grootse hindernis van deze trip vermoedelijk niet in het trotseren van de Mongoolse wildernis, maar eerder in het angstvallig vermijden van het woord 'Gaza' tijdens de gemoedelijke gesprekken rond het kampvuur...
Er doemen bij ons nu al schrikbeelden op, waarbij de hele trip na één ongelukkige opmerking in een eindeloze Fawlty Towers-aflevering verandert. Dus ons motto de komende weken luidt: Ach kom, hoe was het ook alweer? Oh ja.
Whatever you do, don't mentoin the...
ps. We zijn waarschijnlijk pas over veertien dagen weer in Ulaanbataar. Dus:
saluut voor nu en tot over een week of twee!
Comments